December 22, 2019

Nagerecht: Kerstbûche met chocoladebiscuit, amaretto-mascarponecrème en speculaas.

Het beste nagerecht voor je kerstmenu: een zelfgemaakte kerstbûche. Dit exemplaar met chocoladebiscuit en mascarpone-speculaasvulling is om duimen en vingers bij af te likken! - a floral sunset
En dan is het tijd voor mijn favoriete deel van het kerstdiner: het nagerecht. Ik koos dit jaar voor een traditioneel gerecht en maakte mijn eigen kerstbûche. Niet zomaar een bûche, eentje met chocoladebiscuit, gevuld met een amaretto-mascarponecrème en speculaas met nog een extra chocolaagje er rond in de vorm van chocoladeslagroom. Een hele mond vol maar het is gemakkellijker te maken dan het klinkt... al heb je er wel een beetje tijd voor nodig.
Als alles goed is, heb je alle andere gerechten al op voorhand kunnen voorbereiden en geen zorgen, ook voor dit gerecht kan je het grootste deel al op voorhand maken. Enkel de speculaasjes kun je best pas net voor het serveren over de bûche strooien, die blijven namelijk niet zo lang krokant. De rest van de stronk kan je zelfs al een dag op voorhand maken. Zeker met de slagroomlaag rond de bûche, kan je dit best lang bewaren zonder dat je dessert uitdroogt. Dus zelfs in het zeldzame geval dat deze stronk niét op zal zijn na je diner, kan je deze nog perfect enkele dagen bewaren in de koelkast en er zelf nog verder van genieten. And not to toot my own horn, maar hij is écht wel lekker. Zitten er trouwens kinderen aan tafel? Laat de amaretto er dan gewoon uit!

Ingrediënten

Chocoladebiscuit


  • 5 eieren
  • 150 g kristalsuiker
  • 2 el (choco)melk
  • 150 g bloem
  • 3-4 el cacaopoeder
  • snuifje zout

Amaretto-mascarponevulling


  • 250 g mascarpone, op kamertemperatuur
  • 80 g bloemsuiker
  • 4 el amaretto + extra scheutje
  • 5 speculaaskoekjes

Chocoladeslagroom


  • 150 ml slagroom
  • 1 el bloemsuiker (gezeefd)
  • 80 g pure chocolade
  • 5 speculaaskoekjes

Bereiding


  1. We beginnen eerst met de chocoladebiscuit want die moet nog afkoelen voor we alles kunnen afwerken. Verwarm hiervoor de oven voor op 220°C. Klop de eieren op met de suiker tot een bleke en luchtige massa. Het zou ook in volume verdubbeld moeten zijn. 
  2. Voeg hier ook 2 el chocomelk aan toe (gewone melk kan ook). 
  3. In een andere kom, meng je de bloem en het cacaopoeder én een klein snuifje zout. Zeef deze boven het eimengsel en spatel het er voorzichtig onder. Je wilt niet al te veel lucht uit het mengsel kloppen dus spatel het er voorzichtig onder.
  4. Stort het mengsel uit in een met bakpapier bekleedde bakplaat en strijk het uit over de bakplaat. Strijk de bovenkant mooi gelijk en zet dan voor 7-8 minuten in de oven.
  5. Wanneer de biscuit klaar, haal je hem uit de oven en zet je hem even opzij, met een natte handdoek erover. Ga verder met de vulling van je bûche terwijl de biscuit koelt.
  6. De vulling is erg makkelijk gemaakt. Neem hiervoor een kom, waarin je de mascarpone losklopt (kan met een garde of een spatel). Voeg hieraan de bloemsuiker toe en meng tot alle suiker is opgelost. Diegenen die willen, voegen nog wat extra amaretto toe aan het mascarponemengsel (naar smaak).
  7. Verkruimel ook de speculaaskoekjes met je handen of met een vijzel.
  8. Neem er opnieuw je afgekoelde biscuit bij (hij moet niet volledig koud zijn, maar je moet hem wel kunnen aanraken met je handen). Voor je de vulling uitsmeert over de biscuit, neem je er een borsteltje bij en smeer je die laatste scheut amaretto uit over de biscuit zodat die goed vochtig blijf.
  9. Smeer dan nu ook het mascarponemengsel uit over de biscuit. Blijf ongeveer een centimeter van de randen weg (het mengsel zal tijdens het rollen vanzelf tot aan de ronden verspreid worden) en strooi er de verkruimelde speculaaskoekjes over.
  10. Nu is het tijd voor het echt werk. Begin met rollen door een kant van je biscuit te kiezen en die toe te rollen. Om de biscuit verder op te rollen, kan je best het bakpapier als hulpmiddel gebruiken. In plaats van je biscuit te rollen, trek je het bakpapier naar boven zodat de biscuit vanzelf oprolt. Je trekt dan voorzichtig het bakpapier los van de biscuit en trekt die dan weer omhoog zodat de biscuit verder rolt. Zo blijf je bezig tot je de volledige biscuit hebt opgerold.
    Tip: begrijp je niet goed wat ik precies bedoel? Bekijk dan ook dit filmpje van Jeroen Meus waarin hij zijn kerstbûche maakt. Hoewel het recept anders is, is de techniek wel dezelfde. Rond 5:23 demonstreert hij precies wat ik bedoel!
  11.  Nu rest er ons alleen de afwerking nog. Om de chocoladeslagroom te maken, smelt je de chocolade au bain marie (dus boven een pot met heet water). Klop ondertussen de slagroom op in een andere kom met wat bloemsuiker (hoeveelheid naar smaak).
  12. Wanneer de chocolade gesmolten is, laat je hem ook afkoelen vooraleer je hem mengt met de slagroom. Is de chocolade nog te warm, dan zal je room ook smelten en is het te lopend om de kerstbûche mee af te werken. Wanneer de chocolade gekoeld is, neem je een flinke schep room uit de kom en doe je die bij de chocolade. Met een spatel meng je dit tot je een mooie, bruine slagroom krijgt. Blijf slagroom bij de chocolade scheppen en mengen tot al je slagroom op is.
  13. Neem opnieuw je opgerolde biscuit erbij en smeer de chocoladeslagroom uit over de buitenkant. Werk een beetje bij met een spatel tot je cake eruit ziet zoals je wil (je kan die heel glad smeren of er net voor kiezen om het wat ruwer te houden zodat hij er bijna uitziet als een boomstronk. Laat je creativiteit de vrije loop).
  14. Verkruimel tot slot nog wat extra speculaasjes en strooi die over de bûche. Je kan de hele bûche al een dag op voorhand maken, als je dat beter uitkomt, maar strooi de speculaas er pas net voor het serveren over. Zo blijft die lekker krokant!

No comments:

Post a Comment